Schoonmaakbedrijf Blinck uit Almere is één jaar geleden met de pilot ‘Bottom-up!’ gestart. Tijdens deze pilot hebben schoonmaakmedewerkers een stem gekregen en zijn zij betrokken bij het proces om een win-win situatie te laten ontstaan. Dit is gelukt.
In de pilot hadden de rayonmanagers twee maal per jaar een gesprek met alle schoonmakers op de diverse locaties. In deze gesprekken wordt de schoonmaakmedewerkers gevraagd hoe het werk is gegaan, of er verbeterpunten zijn, waar ze op de desbetreffende locatie tegenaan lopen en of zij ideeën hebben voor verbeteringen in het proces.
Omdat ‘Bottom-up!’ zo goed bevallen is, zijn de gesprekken een vast onderdeel van de overlegstructuur geworden. Tevens zijn de meetings vastgelegd in het ISO-handboek.
Schoonmaakmedewerkers op één
Volgens Pauline Kalee van Blinck is het eigenlijk heel gek dat schoonmakers niet altijd gehoord worden: “Zij zijn elke dag bij de klant, zij zien wat er dagelijks gebeurt en zij zijn de belangrijkste spil in het gehele proces. De oren en ogen van ons bedrijf.”
Kalee vervolgt: “Onze medewerkers moesten er eerst aan wennen, meestal doen de schoonmakers hun werk vrijwel anoniem wanneer de rest vrij is. Maar we ervaren dat zij het prettig vinden als ze zich gehoord en serieus genomen voelen. Onze rayonmanagers vinden het zeer prettig omdat er regelmatig contact is wat daadwerkelijk tot een resultaat leidt en waarbij de gesprekken steeds meer tweerichtingsverkeer worden.”
“Onze klant vindt het om een aantal redenen een meerwaarde op onze service. Schoonmakers zijn meer betrokken bij het project en hieruit blijkt dat wij goed en serieus met onze medewerkers omgaan. Tevens worden ideeën aangeleverd waardoor het werk efficiënter en soms goedkoper uitgevoerd kan worden”, aldus Pauline Kalee.