Het Gerechtshof Den Haag heeft recent uitspraak gedaan in een geschil tussen een schoonmaakbedrijf en de Belastingdienst over naheffingsaanslagen en opgelegde boetes voor de jaren 2018 en 2019. In hoger beroep kreeg het bedrijf deels gelijk: de boetes werden aanzienlijk verlaagd, maar de loonheffingsaanslagen blijven in stand.
De zaak draaide om de correctheid van de administratie en gefactureerde uren die tijdens een boekenonderzoek aan het licht kwamen. De Belastingdienst had op basis van dat onderzoek naheffingsaanslagen loonheffingen én vergrijpboetes opgelegd. Het schoonmaakbedrijf stelde dat de gefactureerde uren correct waren en dat de sancties disproportioneel waren.
Uitspraak Hof
Het gerechtshof oordeelde dat de naheffingen grotendeels terecht waren opgelegd, maar de boetes echter te hoog waren vastgesteld. Voor beide jaren werden die door het hof verlaagd tot elk 10.000 euro, omdat de ernst van het vergrijp onvoldoende was onderbouwd door de inspecteur. Daarmee werd het hoger beroep gedeeltelijk gegrond verklaard. De Belastingdienst moet het schoonmaakbedrijf bovendien een bedrag van 3.628 euro aan proceskosten vergoeden, evenals het griffierecht van 188 euro dat het bedrijf had betaald voor het hoger beroep.
Betekenis voor de branche
De uitspraak benadrukt het belang van een goed onderbouwde administratie én een zorgvuldige onderbouwing van boetes door de Belastingdienst. Tegelijk laat het zien dat bezwaar maken tegen fiscale boetes zinvol kan zijn, zeker wanneer de opgelegde bedragen niet in verhouding staan tot de feiten.
Tekst: van de redactie
Meer nieuws?
Je leest hier meer actueel nieuws van Clean Totaal.