Het binnenklimaat van kantoorgebouwen is verbeterd. Dat concludeert Vereniging Schoonmaak Research (VSR) na onderzoek dit jaar. In 2012 scoorde 30 procent van de onderzochte kantoorgebouwen onder de maat, in 2014 was dat percentage 23 procent en in 2016 was in 16 procent van de gevallen het binnenklimaat onvoldoende. Dat gaat dus de goede kant op; zou je denken.
Toch scoorde bijna de helft van de kantoorgebouwen matig of slecht op een van de gemeten onderdelen. Zo was in ruim een kwart van de kantoren te weinig frisse lucht. En in een op de vijf gevallen was er te veel fijnstof in de lucht.
Clean-deskbeleid in relatie tot het binnenklimaat
Net als in 2014 bleek ook in 2016 een relatie tussen het niet naleven van het clean-deskbeleid en afname van de gezondheid van de werkplek. Hoe meer spullen er op een bureau liggen, hoe meer bronnen voor verontreiniging met micro-organismen. Ook kan niet goed worden schoongemaakt.
Het niet naleven van clean-desk bleek in meer dan de helft van de gevallen bijvoorbeeld effect te hebben op de microbiologische waarden. Deze waren daardoor onder de maat. De aanwezigheid van te veel fijnstof stond zelfs in 80 % van de gevallen in relatie tot het niet naleven van clean-desk.
Vooral niet-zichtbare vervuiling beïnvloedt binnenklimaat
Hoewel een ruimte visueel schoon lijkt (bijna alle locaties scoorden goed op dit onderdeel), betekent dit niet dat een ruimte ook altijd helemaal gezond is. Met name niet-zichtbare verontreiniging in de lucht beïnvloedt het binnenklimaat.
Ook kan een ruimte visueel in orde zijn, terwijl het clean-deskbeleid niet wordt nageleefd. Visuele inspectie richt zich alleen op zichtbare verontreiniging zoals vochtplekken en afgestorven planten. En niet op (te veel) spullen op een bureau.
Invloed op gezondheid
Elke mate van verontreiniging van het binnenklimaat beïnvloedt de gezondheid van medewerkers. Dit kan zich uiten in prikkende ogen, luchtwegklachten en hoofdpijn. Tot zelfs ziekteverzuim door micro-organismen. Of – in extreme gevallen en op de lange termijn – ziekenhuisspoedopnames van mensen met hart- en luchtwegaandoeningen. Er is dus nog altijd veel winst te behalen.
Over het onderzoek
VSR heeft van april tot september 2016 op 56 kantoorlocaties in heel Nederland metingen uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats in een representatieve ruimte van het gebouw.
Onderdelen van het onderzoek waren visuele inspectie (ventilatiemogelijkheden, staat van onderhoud en clean-desk); fysische parameters, zoals temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en CO2-concentratie; fijnstofconcentratie; en microbiologische kwaliteit.
Resultaten
- Visuele inspectie – in bijna alle gevallen goed
Bijna iedere kantoorlocatie scoorde goed bij de visuele inspectie. Gekeken is naar ventilatie en klimaatinstallatie – zijn deze in orde? Slechts 4 % scoorde matig. Voor Inrichting en interieur scoorde alle locaties goed. Er waren geen zichtbare bronnen van verontreiniging zoals vochtplekken.
- Temperatuur – 82 % goed, 13 % matig, 5 % slecht
De richtlijn voor een aangename temperatuur voor kantoorwerk is volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de winter (stookseizoen) 20 tot 24 graden Celsius en in de zomer 23 tot 26 graden Celsius.
- Luchtvochtigheid – 84 % goed, 16 % matig
Relatieve luchtvochtigheid wordt tussen circa 30 en 70 procent als behaaglijk ervaren. De streefwaarde is 40 á 50 procent. Klachten over te droge lucht zijn vaak toe te schrijven aan een combinatie van onvoldoende luchtkwaliteit, te hoge temperatuur en stof.
- CO2 – 73 % goed, 27 % matig
Het CO2-gehalte zegt iets over of er voldoende frisse lucht aanwezig is in een ruimte. Er is voldoende luchtverversing wanneer de CO2-concentratie (aanwezigheid van koolstofdioxide) bij een normale bezettingsgraad onder de 800 ppm blijft. Ppm staat voor parts per million, aantal delen per miljoen andere delen.
- Fijnstof – 82 % goed, 9 % matig, 9 % slecht
Voor fijnstof geldt dat er geen fijnstofconcentratie is zonder risico. Oftewel: elke aanwezigheid van fijnstof heeft een nadelig gezondheidseffect. De hoeveelheid fijnstof wordt uitgedrukt in microgrammen (μg) per kubieke meter lucht. De Europese norm voor fijnstof in de buitenlucht is gemiddeld maximaal 50 μg/m3 per dag. De norm voor binnenshuis is 60 tot 80 % daarvan.
- Microbiologische parameters – 63 % goed, 25 % matig, 14 % slecht
De onderzochte micro-organismen zijn in drie groepen onderverdeeld. Elke groep staat voor een bepaalde mate van schadelijkheid. De richtwaarden per 100 liter luchthoeveelheid (uitgedrukt in Kolonievormende Eenheden, KVE) verschillen per schadelijkheid.