Het is altijd leuk om de bijeenkomsten van het OSB-segment AWOG te bezoeken, zo ook die van 16 april jl. Een keur aan interessante onderwerpen en levendige discussies met de aanwezigen staan garant voor een bijeenkomst die in snel tempo de branche weer op de hoogte brengt van de nieuwste ontwikkelingen.
Door Leon van den Berg, lid redactieteam Clean Totaal
Arie de Zeeuw van Authentic Communication spreekt over de inzet van social media in het onder de aandacht brengen van de specialismen van individuele bedrijven. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: als je niet weet van waaruit je vertrekt, hoef je niet eens te beginnen aan welke vorm van communicatie dan ook. Als je daarnaast niet weet waar je naar toe gaat, is iedere richting goed. Om met het eerste te beginnen: een oud spreekwoord zegt “Ken uzelve” en dat is een waarheid als een koe, maar wel een waarheid die maar weinig ondernemers goed gebruiken. Belangrijk is dat de ondernemers zelf de voornaamste bron zijn van het bedrijfsimago, maar dat men zich daarvan nog weinig bewust is. Bijna alle noodzakelijke informatie is allang in het bedrijf bekend. Het speelveld van een bedrijf wordt namelijk bepaald door bekende factoren zoals klanten, de markt, de maatschappij, de economie, de politiek en concurrentie. Iets minder helder is de filosofie van waaruit gehandeld wordt. De ondernemer is daarin de gids. Hij bepaalt immers hoe het gedrag van mensen in de organisatie moet zijn en welke (sociale) vaardigheden medewerkers en hijzelf moeten hebben. Alles wordt bepaald vanuit handelen naar waarden en principes, tezamen met de wezenlijke kenmerken van een bedrijf, de identiteit. Al deze zaken vormen het vertrekpunt van communicatie en belangrijk is daarbij de centrale vraag: wat wil ik en waarom?
Glazenwasser: de raamverzorger
Pas als je antwoord hebt gegeven op wat je bent en waarom, komt een bedrijf toe aan het opbouwen van een imago en daarvoor zijn middelen nodig die bij de ondernemer en diens bedrijf passen. Social media zijn gewoon een middel waarmee een ondernemer contacten onderhoudt met de buitenwacht. Belangrijk is wel dat de ondernemer zich bewust is van de mogelijkheden en de gevaren van deze media én van zijn eigen beperkingen. In social media zijn er geen regels, maar wel wat principes. Ze zijn een gemakkelijke methode om meer over potentiële klanten te weten te komen, maar het omgekeerde geldt net zo goed. Belangrijk is dus dat wat de ondernemer beweert in de bedrijfscommunicatie overeenkomt met de werkelijkheid. Zo niet, dan wordt een bedrijf in social media keihard onderuit gehaald. Met andere woorden, de passie die de directeur heeft voor zijn bedrijf , moet overduidelijk uit alles blijken wat zowel zakelijk als privé wordt gedaan. Als een ondernemer aangeeft een dynamisch bedrijf te hebben, maar in Facebook vertelt het liefst thuis voor de tv op de bank te hangen, is er een probleem. De persoon van de ondernemer is niet in overeenstemming met het (gewenste) imago van het bedrijf. Daardoor vervalt de belangrijkste basis bij klantencontact: vertrouwen.
Wat past bij je?
Moet iedereen op alle social media? Nee, iedereen moet dingen doen die bij hem of haar passen. Dus misschien wel op Linkedin of Facebook, maar niet twitteren, of juist wel. Overigens ontstaat nog een korte discussie over het nut van slogans in communicatie. De Zeeuw stelt dat deze wel nuttig kunnen zijn, maar dat je dan wel waar moet kunnen maken wat je beweert. Stelt een ondernemer zijn bedrijf voor als de optimale raamverzorger, maar laten de medewerkers streperige ramen achter, dan keert een slogan zich tegen het bedrijf.
Digitale RI&E
De meeste bezoekers zijn naar Nieuwegein gereisd omdat ze benieuwd zijn naar de digitale RI&E glas- en gevelreiniging. Fredy Verkuijlen van AaRiverside belicht kort de achtergronden en geeft vervolgens een demonstratie. Het moet gezegd worden, deze digitale RI&E is een meer dan volwaardige vervanger van de huidige papieren versie. Er wordt uitgegaan van gekoppelde velden en eigenlijk kan er bij het invullen niet mis gaan omdat men pas verder kan gaan met de volgende stap als de voorgaande goed is afgesloten. Veel eerder opgeslagen informatie kan in een nieuw digitaal formulier in een keer worden opgenomen omdat deze is opgeslagen en toegankelijk wordt via een zoekmodule. Ook kan de invuller precies aangeven welke checklisten moeten worden doorlopen en welke brochures in het rapport moeten worden meegenomen. Het invullen van deze zaken leidt automatisch tot een plan van aanpak. Dat komt vervolgens allemaal – eventueel met foto’s – in een pdf-rapport dat via Internet verstuurd kan worden. Aandachtspunt is om de pdf-converter op het eigen systeem goed in te stellen omdat anders de bestanden snel erg groot worden.
Wisbeveiliging?
Er zijn een tweetal zwakke punten. Gegevens moeten na het invullen handmatig worden opgeslagen. Vergeet men dat, dan gaat alle invoer verloren. Vreemd dat er geen waarschuwing is ingebouwd of de R!&E echt moet worden afgesloten. Daarnaast verliest de ondernemer toegang tot het invulformulier als hij de geschiedenis en cookies van de computer wist. Iedere netwerkbeheerder in een bedrijf zal dat regelmatig doen omdat anders de computer volloopt. Dit kan wel worden ondervangen door het aanschaffen van een database bij OSB, maar als men lokaal wil blijven werken, dus op het eigen netwerk of de eigen computer, is verlies van het invoerblad een probleem. Tenslotte is er nog het feit dat soms met corresponderende kleuren wordt gewerkt voor het ophalen van gegevens. Nu is tien procent van de mannen kleurenblind dus dat zou een probleem kunnen zijn. Doordat met elkaar corresponderende kleuren echter op één deel van het beeldscherm geconcentreerd zijn, lijken vergissingen uitgesloten.
HBA en Keurmerk
Eind van het jaar houden de hoofdbedrijfschappen op te bestaan, dus ook het voor onze branche belangrijke HBA. Daarom zijn er prioriteiten gesteld aan wat nog wordt aangepakt. Nico Koch vertelt over het OSB-keurmerk dat eraan komt. Hij nodigt de leden uit om er kennis van te nemen via de roadshows en brochure. De vraag is of het keurmerk Glas & Gevel daarnaast nog moet blijven bestaan. Daaraan blijkt toch behoefte. Op de volgende Algemene Ledenvergadering komt een werkgroep met een voorstel hierover.