Over het werken zelf: “Vroeger werkten we met een weekprogramma, bijvoorbeeld maandag alle vloeren doen, dinsdag alle tafels afnemen, woensdag alle ramen lappen, maar zo doen we het niet meer. We mogen zelf kijken wat er echt nodig is om de trein schoon te houden. Dus niet meer alle vloeren op een vastgestelde dag, maar wel de vlekken op de vloer verwijderen. Hetzelfde geldt voor tafels, ramen etc.. “
Het team aan treinschoonmakers is hier beduidend groter dan in Leidschendam. De treintoestellen ook. Uw redacteur sprak met een achttal treinschoonmakers. Zij beaamden in grote lijnen de mening van hun collega’s uit Leidschendam! Wel kwam daar nog een veelzeggende toevoeging op: “De werkdruk is inderdaad niet verhoogd vergeleken met het voorgaande schoonmaakbedrijf. Dit is het probleem ook niet. Treinschoonmaak is en blijft nu eenmaal zwaar werk. Het voornaamste probleem zit hem in het feit dat de kwaliteitseisen flexibel zijn en dat wij treinen moeten laten vertrekken die in onze ogen niet helemaal schoon zijn. Dit krenkt ons in onze beroepstrots! Natuurlijk is de toegenomen verantwoordelijkheid best leuk, maar juist daarom doet het pijn dat we niet alle treinen volledig schoon kunnen laten vertrekken. Dit heeft invloed op de passagiersbeleving en straalt weer op ons af!”
Najah vervolgt: “Maar ook het vullen van de spoeltanks met water is zo’n voorbeeld. Als wij door een technisch mankement niet kunnen bijvullen kan er onderweg niet doorgespoeld worden. De gevolgen hiervan lijken me duidelijk. En als we een dergelijk mankement ontdekt en gemeld hebben moet er maar gelijk een TD’er beschikbaar zijn om zo’n probleem op te lossen. Nogmaals, de treinschoonmaak mag dus niet overal de schuld van krijgen. Het leuke is dat wij bij meting van de kwaliteit altijd een dikke voldoende score voor het onderdeel toiletreiniging!”