ISS heeft in februari 2016 haar specialistische reinigingstak ISS Specialistische Cleaning Services verkocht aan een relatief kleine marktpartij Osius te Amsterdam. Dit tot veler verbazing. Nog geen jaar later balanceert Osius op het randje van een faillissement. Eens te meer is duidelijk dat omzet weinig zeggend is. Het gaat immers om het winst maken. Viel een dergelijk drama echter niet te voorzien? Welke gevolgen heeft dit voor de betrokken medewerkers? Is er sprake van een voorgekookte strategie of naïviteit?
Transactie
De transactie behelsde de verkoop van het verlieslatende ISS Specialistische Cleaning Services (SCS) aan de regionale speler Osius voor 1 euro. Daarnaast ontving Osius het eenmalige bedrag van € 800.000,- van ISS om de onderneming te continueren en te verbeteren. Bovendien garandeerde ISS vier jaar lang een jaaromzet van 7 miljoen omzet aan Osius, totaal derhalve 28 miljoen omzet.
Op basis van deze afspraken en garanties nam Osius de specialistische tak van ISS over inclusief haar circa 130 medewerkers. Op zich vreemd dat ISS haar tak verkoopt aan een klein bedrijf welk bedrijf nog niet eens gecertificeerd is onder VCA** en ISO 4400-1 resp. ISO 9001-2015 en ISO 14001. ISS dekt zich in om Osius de verplichting op te leggen deze certificering per 01-07-2016 resp. 01-01-2017 te behalen op straffe van het zich niet te hoeven houden aan de omzetgarantie.
1e reactie
Onze redactie bevreemdde een dergelijk verkoop gelijk. Ook het feit dat aan deze transactie nauwelijks ruchtbaarheid werd gegeven viel ons op. Evenals de omstandigheid dat ons de informatie bereikte dat de OR van ISS tijdens het adviestraject -onder embargo- al toestemming verleende zonder zelfs de betrokken medewerkers gesproken te hebben. Reden om in februari 2016 ons oor te luister te leggen bij ISS. De vooral commercieel getinte reactie luidde toen: “Het klopt dat wij ons bedrijf Special Cleaning Services per 1 februari jongstleden hebben verkocht aan Osius. De verkoop van SCS is in lijn met onze strategie. Deze concentreert zich op het excellent uitvoeren van klantgerichte integrale facilitaire services bij Key-accounts in de sectoren zakelijke dienstverlening, gezondheidszorg, industrie en overheid.”
“Daarbij vertrouwt ISS op de hechte, dagelijkse relatie tussen klant en servicekracht. Voor de activiteiten die zijn verkocht geldt dat die relatie er in mindere mate is. De Osius Groep legt juist wél de focus op deze business. Het is een partij met een uitstekende reputatie en een landelijke dekking. De overgang van onderneming wordt door ISS en Osius zeer zorgvuldig begeleidt, zowel richting medewerkers als klanten.” Voor die 130 medewerkers dreigt thans ontslag, hoezo zorgvuldige begeleiding?
CNV
Als snel trok CNV Vakmensen met enige regelmaat bij de directie van ISS aan de bel. Vanaf het begin bleek er namelijk voor de desbetreffende medewerkers te weinig werk te zijn en ontstond er bij de medewerkers, waaronder veel CNV leden, het beeld dat er onvoldoende omzet gedraaid werd om rendabel te zijn.
Verkocht en bekocht
De medewerkers voelden zich niet alleen verkocht, maar ook bekocht. Aanvankelijk probeerde de directie van ISS de boel met mooie woorden te sussen. In april 2016 werd door de toenmalige directeur Special Cleaning Wilco Nieboer tegenover CNV verklaard dat ISS garant zou staan voor eventuele verliezen.
Later werd er vanuit ISS echter niet meer op de gestelde vragen gereageerd. Zo ook niet op de inhoud van de brief van 29 september jongstleden waarin CNV bij Nieboer aangeeft dat er nog steeds sprake is van te weinig omzet bij Osius en hem gevraagd wordt zijn uitgesproken werkgelegenheidsgarantie op schrift te stellen.
Dreigend faillissement
Op 30 november meldt Osius aan CNV dat, indien zij geen financiële compensatie ontvangen, het faillissement nabij is. De salarissen kunnen niet betaald worden. CNV bestuurder Jan Kampherbeek zegt hierover onder meer: “Vanaf het begin hebben wij het idee dat de transactie voor ISS bedoeld is om op een goedkope manier van haar medewerkers af te komen. ISS heeft de verplichting dat de medewerkers hun werk behouden. Zij kan zich niet verschuilen achter een faillissement dat nota bene door hen zelf veroorzaakt is.” Op 2 december volgde een door Osius aangespannen kort geding bij de rechtbank Amsterdam.
Te grote broek?
In dit kort geding claimt Osius kort samengevat dat ISS haar omzetgarantie moet nakomen en de ontbrekende 1,15 miljoen euro dient te compenseren. ISS stelt dat Osius door eigen toedoen een omzet van circa 300.000 euro is misgelopen en bovendien te laat was met het behalen van de certificering VCA (5 september 2016 i.p.v. 1 juli 2016) waardoor de omzetgarantie over twee maanden vervalt.
De rechter is van oordeel dat de vordering niet voldoet aan het criterium voor toewijzing van geldvordering in het kort geding, en merkt en passant op dat bij een voorlopige voorziening “het restitutierisico hoog is nu Osius acuut 1,1 miljoen euro nodig heeft om te kunnen overleven, terwijl daarbij nog niet een bedrag van in totaal 1,2 miljoen kosten aan lease auto’s en het achterwege laten van 80% korting is ingerekend, waarop ISS recht heeft, maar op voorhand geen aanspraak op heeft gemaakt.” Deze passage suggereert dat Osius een te grote broek aangetrokken heeft.
De vordering wordt derhalve afgewezen en een nieuw geding dreigt.
Koortsachtig overleg
Na het vonnis volgt er koortsachtig overleg tussen enerzijds ISS en Osius en anderzijds ISS en CNV.
In gesprekken met CNV zegt ISS toe om gelijk een aantal achterstallige facturen te betalen, zodat Osius de salarissen van deze maand kan betalen. Ook doet ISS een toezegging dat zij zich wil inspannen voor een maximaal behoud van werkgelegenheid, zonder hier echter concrete aantallen aan te willen verbinden. Ook toont ISS zich in algemene bewoordingen jegens het CNV bereid een sociale regeling te willen afspreken zodra het tot een faillissement van Osius komt. CNV heeft haar juristen inmiddels verzocht deze zaak van alle kanten te bekijken.
Reactie ISS
De nieuwe algemeen directeur van ISS, Kees Stroomer, gaat het antwoord op onze inhoudelijke vragen over aantallen, bedragen, gegeven garanties waarom verkopen aan een kleine regionale partij zonder de benodigde certificeringen, al dan niet gedane toezeggingen etc. uit de weg en laat ons in algemene bewoordingen weten:
“De afgelopen periode is ISS Facility Services geconfronteerd met het gegeven dat er financiële problemen zijn opgetreden in de bedrijfsvoering van Osius. We zijn vanaf de verkoop bezig geweest om het partnership goed in te regelen, maar stuiten bij Osius bij voortduring op operationele problemen en managementissues. Deze problemen hebben uiteindelijk geleid tot het kort geding van 2 december, waarin de vordering door de rechter is afgewezen en Osius in het ongelijk is gesteld. Wij treden niet in detail over de financiële afspraken van onze partnerovereenkomst. Op dit moment zijn wij nog altijd constructief in gesprek met de directie en bestuurders van Osius en met de CNV om tot de best mogelijke oplossing te komen voor alle betrokkenen. ISS is zich daarbij sterk van de belangen van de werknemers van Osius en haar klanten bewust.”
Volgens ISS is het dreigende faillissement van Osius dus het gevolg van managementissues en operationele problemen bij Osius. Geen greintje zelfkritiek over haar verkeerde partnerkeuze. Zwarte Pieten noemen we dit ook wel. Goed is het wel om te lezen dat ISS zich sterk bewust is van de belangen van werknemers van Osius en haar klanten. Laten we hopen dat dit omgezet wordt in dienovereenkomstige daden.
Reactie Osius
Erwin Ravensbergen (algemeen directeur Osius) is in eerste instantie wat terughoudend om te reageren. Hij wil de voortgang van de gesprekken met ISS en CNV, om tot een zo goed mogelijke oplossing te komen, niet frustreren. Aangezien de andere partijen ook gereageerd hebben wil hij toch graag zijn kant van het verhaal toelichten:
“Vanaf het eerste moment heeft ISS niet de omzet aangeleverd zoals die ons gegarandeerd werd. Bovendien bleek de te realiseren marge op de omzet anders dan ons voor ogen gehouden was. Dit maakte dat we, mede door de forse investeringen die we moesten doen om optimaal te presteren, al snel een cashflow issue kenden. Zo hebben we bijvoorbeeld fors geïnvesteerd in de aanschaf van een tuckerpole systeem en ander dringend noodzakelijk equipment en voertuigen. De badwill vergoeding van € 800.000.- bleek bij lange na niet toereikend. Wij hebben dit regelmatig onderbouwd onder de aandacht gebracht bij de directie van ISS, maar die hebben willens en wetens de financiële impact van het niet leveren van de gegarandeerde omzet genegeerd. Voor wat betreft de operationele issues is Osius na de overname van Special Cleaning geconfronteerd met overgedragen onderaannemers (74 stuks) welke tegen veel hogere bedragen projecten uitvoeren dan de hoogte van de vergoeding die Osius van ISS voor deze projecten ontvangt. Op projecten van Defensie werden wij bovendien geconfronteerd met een toegewezen onderaannemer die daar helemaal geen werk meer mocht verrichten. Dit wegens hun slechte achtergrond.”
“ISS houdt vast aan de inzet van deze onderaannemers waardoor Osius haar eigen personeel niet optimaal kan inzetten. Het klopt dat wij het kort geding niet gewonnen hebben. De vordering voldeed namelijk niet aan de gestelde criteria, dit zegt niets over wie er in het gelijk staat. Het belang van de medewerkers staat voor ons centraal, wij zijn als Osius trots op onze medewerkers en hebben vanaf de overname geloof gehad dat de tegenvallende resultaten niet aan de medewerkers te wijten is, maar aan een slechte kwalitatieve en te lage aangeleverde omzet van ISS. Voor het gevoel van Osius is er door ISS een sterfhuisconstructie opgezet waarvan Osius en haar medewerkers thans de dupe dreigen te worden. We willen onze afspraken graag blijvend nakomen en dit lukt niet als we onvoldoende omzet en marge maken. We hopen dat de gesprekken met CNV en ISS tot een goede uitkomst leiden. Daar zetten we ons volledig voor in!”