S&G Diensten kreeg recentelijk als eerste het OSB-keurmerk en het daarbij behorende deurbord uitgereikt. Reden genoeg om directeur Paul Meerman (r) eens te vragen naar zijn bedrijf en hoe het zich onderscheidt in de markt. De sleutel is volgens hem zijn visie op leiderschap. Meerman is ook betrokken bij de inhoud van het OSB-Keurmerk. Is de directeur van S&G Diensten dus een echte OSB-man?
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal
“Nou, dat wil ik niet per se beweren”, aldus Meerman. “Waar ik wel een hekel aan heb is dat OSB onterecht wordt afgedaan als een club van de vijf grote schoonmaakbedrijven. Dat is absoluut bezijden de waarheid en doet onrecht aan de mensen van het bureau die hard voor de schoonmaak werken en aan de vele vrijwilligers die zich geheel belangeloos voor de branche inzetten. Het is eerder omgekeerd. Kleine bedrijven stimuleren grote om met een nieuw elan naar de schoonmaak te kijken.”
Wat ook buiten beeld van velen blijft, volgens Meerman, is al het werk dat gedaan wordt om de branche te versterken. “Denk bijvoorbeeld aan een politieke lobby. OSB huurt bijvoorbeeld externe deskundigheid in om de invloed van (voorgenomen) wetgeving op de branche te onderzoeken. Met die gegevens probeert OSB een zo gunstig mogelijk politiek klimaat voor de schoonmaak te bevorderen. Denk ook aan de onderhandelingen met de vakbond over de CAO. Zo heeft OSB gezamenlijk met de vakbonden achteraf het vorstverlet in de branche kunnen repareren. Dat veel activiteiten buiten beeld blijven is niet verwonderlijk. Het gaat om vertrouwelijke zaken en die worden meestal niet in de openbaarheid besproken.”
Te weinig betrokkenheid
Meerman ziet nog een ander probleem bij werkgeversorganisatie OSB: “De branche telt zo’n zesduizend bedrijven, maar slechts een fractie daarvan, zo”n 600, is aangesloten. Eigenlijk te gek voor woorden, want daarmee verzwakt de branche zichzelf. Er is nu vaak veel te weinig geld om zaken aan te pakken en OSB staat of valt dan ook met de inzet van vrijwilligers. Bovendien moeten er keuzes gemaakt worden wat wel en niet aangepakt kan worden. “
Meerman stelt dat als meer bedrijven zich aansluiten de schoonmaak veel aan slagkracht zal winnen. “Een initiatief als SIEV, hoe goed bedoeld ook, draagt denk ik niet bij aan de versterking van de branche. Je moet echt meer in je mars hebben dan de mensen die achter dit initiatief zitten om succesvol de branche te vertegenwoordigen. Ongetwijfeld zal SIEV wel enige invloed van betekenis hebben, maar door gebrek aan zaken zoals dossierkennis en politieke ervaring, zie ik het eerder als een verzwakking dan verrijking van de werkgeversorganisatie. Dit laatste zal overigens wel weer een verhitte discussie opleveren in de Clean Totaalgroep op LinkedIn…”
Persoonlijke bedrijfsvoering
Meerman is betrokken bij de branche en gelooft in de waarde van één vlag. Die betrokkenheid is deel van zijn persoonlijkheid en bepaalt de manier waarop hij sinds 1992 zijn bedrijf leidt, inmiddels samen met zijn dochter Lianne de Heus. “Mijn rol is eigenlijk nogal ondergeschikt. Het is voorwaardenscheppend, maar het echte werk wordt gedaan door mijn medewerkers. Die hebben dan ook een vinger in de pap en bepalen op hun project grotendeels de uitvoering. Natuurlijk zijn er met de klant afgesproken kaders waarbinnen dat gebeurt, maar de vrijheid is groot en daardoor zijn medewerkers zeer gemotiveerd en zorgen ze ervoor dat de schoonmaak in hun project spic & span is.”
Het bedrijf verbindt niet een bepaald aantal vierkante meters per uur aan een project. Meerman: “Onzin, een mens is geen machine en de focus op hoog rendement zorgt uiteindelijk juist voor het omgekeerde. Belangrijk is de schoonmaakkwaliteit, maar dat is voor ons vanzelfsprekend. Ik controleer wel samen met de klant omdat dat deel uitmaakt van ons kwaliteitssysteem. Meestal komt daaruit naar voren dat de klant heel tevreden is. Ik vraag om een cijfer en dat koppel ik terug naar mijn mensen. Dat gebeurt ook met opmerkingen over hen. Meestal zijn die positief. Klanten waarderen de orde en netheid van onze medewerkers. Ik kom ook wel eens onaangekondigd tussendoor, maar dan vraagt de opdrachtgever wat ik eigenlijk kom doen. Feitelijk is dat bezoek overbodig, maar ik hou zo wel contact met mijn mensen en de klant. Bovendien bevestigd dit alleen maar dat onze werkwijze werkt, onze visie klopt.”
Er voor elkaar zijn
Meerman beschouwt medewerkers én klanten als een soort familie.” Als er echt iets aan de hand is, mag men mij dag en nacht bellen en luister ik. Omgekeerd betekent dat dat je bij elkaar moet passen. Nieuwe medewerkers krijgen een halfjaarcontract en volledig vertrouwen. Als ze dat beschamen, dan merken ze zelf wel dat ze hier niet passen en stappen ze op. Voor klanten geldt iets dergelijks. Als een nieuwe klant bij ons komt voor een intake en ik merk dat het hem alleen om de laagste prijs te doen is, nemen we meteen afscheid. Het moet om andere zaken gaan zoals schoonmaakkwaliteit en respect voor mensen en hun werk.”
Over de relatie met opdrachtgevers zegt Meerman: “Je moet als opdrachtgever en opdrachtnemer goed met elkaar door een deur kunnen. Dat betekent ook wederzijds begrip als het een keertje wat minder gaat. Belangrijk is dat je in zo’n relatie nooit iets beloofd wat je niet kunt waarmaken. Het klinkt misschien allemaal erg idealistisch, maar in mijn bedrijf staat de mens echt voorop. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen aandacht is voor het commerciële aspect, want ervoor zorgen dat je medewerkers morgen ook tevreden zijn hoort erbij. Als je goed met mensen omgaat, doen ze dat ook met jou. We hebben dan ook nauwelijks klanten- of personeelsverloop. De motivatie is hier uitzonderlijk hoog. Glazenwassers komen bij vorstverlet vaak nog even naar het werk om de apparatuur na te zien zodat ze dadelijk in het seizoen weer goed aan de slag kunnen. Een van mijn mensen komt zelfs dagelijks uit Den Haag rijden omdat hij het hier naar zijn zin heeft. “
Keihard werken voor keurmerk
“Over cultuur gesproken: het OSB-Keurmerk past goed binnen onze bedrijfscultuur”, vervolgt Meerman. “We hebben in de commissie hoog ingezet en de eerdere gedachten rond een zelf gefabriceerd keurmerk achter ons gelaten. Je moet iets hebben dat spijkerharde eisen heeft, wil het keurmerk iets in de markt betekenen. Een slager kan en mag zijn eigen vlees toch ook niet keuren? Daarom zijn we op zoek gegaan naar een norm die in andere branches wordt gehanteerd en zich in de praktijk heeft bewezen. Dat is de NEN 4400 die voor het uitzendwezen gemaakt is. Die branche heeft qua personeelsstructuur grote overkomsten met de schoonmaak.”
Meerman: “Als je aan die norm voldoet is het iedereen meteen duidelijk dat je aan de normen voor een goede (financiële) bedrijfsvoering en een goed personeelsbeleid voldoet. De audit ervoor wordt door een externe partij uitgevoerd en ik kan uit ervaring zeggen dat het niet meevalt, zelfs als je de zaken al op orde denkt te hebben. Als je dan gecertifieerd wordt geeft dat een enorme kick.” Wat betekent het nu concreet voor Meerman zelf? “Ik slaap veel rustiger, want ik weet dat ik aan alle eisen voldoe en daardoor ook nauwelijks meer risico’s loop op boetes. Rust is wel wat waard in een dynamisch vak als het onze waar geen negen tot vijf mentaliteit heerst”, besluit hij lachend.
Lees ook de column van Paul Meerman: Inbesteding letterlijk van de pot gerukt!
