Het aantal zzp’ers (tussen de 15 tot 75 jaar) is in het eerste kwartaal van 2025 met 28.000 gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2024. Dit is de eerste daling sinds 2013. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De afname van het aantal zzp’ers blijkt ook uit andere cijfers. Het past bij het beeld dat bedrijven naar verwachting minder zzp’ers zullen inhuren in 2025, onder andere vanwege de handhaving met betrekking tot schijnzelfstandigheid.
EIGEN ARBEID
Zowel het aantal zzp’ers dat producten verkoopt als het aantal zzp’ers dat eigen arbeid aanbiedt, is lager dan in het eerste kwartaal van 2024. Het aantal zzp’ers dat eigen arbeid aanbiedt, nam jarenlang toe, maar nu is er dus een flinke daling te zien. Dit komt doordat een groot aantal van hen is gestopt of niet meer de meeste uren in de week als zelfstandige werkt.
FLEXWERKNEMER
Bijna 60 procent van de zzp’ers die niet meer de meeste uren als zelfstandige werkzaam zijn, is wel aan het werk gebleven, vooral als flexwerknemer. In het eerste kwartaal van 2025 waren er 47.000 duizend werknemers met een flexibele arbeidsrelatie die het vorige kwartaal nog als zzp’er hun meeste uren maakten. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ze stapten over naar een tijdelijk dienstverband, of naar een baan als uitzendkracht of oproepkracht. Ook het aantal zzp’ers dat wisselde naar een vaste arbeidsrelatie verdubbelde. Dit waren er met 12.000 wel een stuk minder.
GROOTSTE AFNAME
Het verschil tussen het totaal aantal zzp’ers in het eerste kwartaal van 2025 en 2024 is het resultaat van alle starters, stoppers en zzp’ers die doorgingen gedurende het hele voorafgaande jaar. Het totale aantal zzp’ers nam over een heel jaar het meest af onder de commerciële beroepen. Daarna volgen de zorg- en welzijnsberoepen en de dienstverlenende beroepen. In de dienstverlening daalde het aantal zzp’ers voornamelijk in de schoonmaakbranche en de horeca.
Tekst: Susanne Hellendoorn