Een recente uitspraak (tussenbeschikking) van de kantonrechter te Nijmegen van 12 juni 2025 laat zien hoe belangrijk het arbeidsverleden van een werknemer is bij het einde van een dienstverband. In deze zaak stond de vraag centraal: vanaf welke datum moet de transitievergoeding worden berekend?
De casus in het kort
De werknemer is op 1 maart 2003 voor het eerst in dienst getreden bij een schoonmaakbedrijf in de functie van schoonmaker/glazenwasser. Van 1 juni 2015 tot 7 december 2015 werd zijn loon echter betaald door een andere B.V. Daarna werkte hij weer voor het eerste schoonmaakbedrijf. In januari 2025 eindigde het dienstverband op initiatief van het schoonmaakbedrijf.
Het schoonmaakbedrijf betaalde de werknemer een transitievergoeding vanaf 7 december 2015. Zij voerde aan dat, nu er meer dan zes maanden zat tussen 31 mei 2015 en 7 december 2015, de eerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd niet meetellen in de keten.
De werknemer vond echter dat zijn hele arbeidsverleden vanaf 2003 moest meetellen. Hij voelde zich nooit uit dienst. Hij werkte altijd op dezelfde plekken, had dezelfde collega’s en dezelfde leidinggevende – ook in de periode dat de andere B.V. betaalde. Volgens hem was er sprake van één doorgaand dienstverband, of anders van opvolgend werkgeverschap.
Wat zegt de rechter?
De rechter erkent dat de werknemer in beginsel recht heeft op een transitievergoeding.
Om te kunnen beoordelen vanaf welke datum deze vergoeding berekend moet worden, dient vastgesteld te worden of de werknemer in de periode van 1 juni 2015 tot 7 december 2015 feitelijk nog steeds voor het schoonmaakbedrijf werkte. Dan wel of de andere vennootschap geldt als opvolgend werkgever volgens het toen geldende criterium (of er zodanige banden bestaan tussen de werkgevers dat het door de vorige werkgever op grond van zijn ervaring met de werknemer verkregen inzicht in diens hoedanigheden en geschiktheid in redelijkheid moet worden toegerekend aan de nieuwe werkgever). Want de overgang vond immers plaats vóór de wijziging van dat criterium per 1 juli 2015.
Gelet op de gemotiveerde betwisting van het schoonmaakbedrijf legt de rechter de bewijslast bij de werknemer.
Daarbij geeft de rechter aan dat, als de werknemer in de bewijsvoering slaagt, daarna nog moet worden gekeken of eerdere dienstverbanden meetellen voor de berekening van de transitievergoeding, rekening houdende met de oude ketenregeling en het overgangsrecht.
Keten van arbeidsovereenkomsten (‘ketenregeling’) en overgangsrecht
Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) per 1 juli 2015 is onder andere de ketenregeling aangepast.
Oude dienstverbanden vóór 1 juli 2015 tellen alleen mee voor de transitievergoeding als er géén onderbreking van meer dan drie maanden is geweest tussen contracten. In dit geval was er in 2013 zo’n onderbreking van vier maanden. En dus kan dat gedeelte mogelijk buiten de berekening vallen.
De arbeidsovereenkomsten vóór 1 juli 2012 hebben elkaar volgens partijen kennelijk met tussenpozen van maximaal drie maanden opgevolgd. Op grond van het overgangsrecht telt deze periode dan mee voor de berekening van de transitievergoeding.
Maar partijen zijn na 1 juli 2015 een dienstverband voor onbepaalde tijd aangegaan. Opnieuw kijkend naar het overgangsrecht zou dat betekenen dat de periode van 1 juli 2012 tot 1 juli 2015 niet meetelt vanwege de onderbreking van vier maanden.
Dit alles kan ertoe leiden dat de aanspraak van de werknemer hoe dan ook beperkt is tot de periode vanaf 1 juli 2015.
Wat betekent deze uitspraak voor u als werkgever?
Deze zaak onderstreept hoe belangrijk het voor u als werkgever is om zorgvuldig om te gaan met opvolgende arbeidsovereenkomsten, eventuele onderbrekingen daartussen te registreren en daarvan een goede administratie bij te houden. Eerdere dienstverbanden kunnen immers meetellen voor de berekening van de transitievergoeding.
Tips voor de praktijk:
- Houd goed bij wanneer arbeidsovereenkomsten aanvangen en eindigen en houdt rekening met de lengte van eventuele onderbrekingen.
- Wees alert bij bijvoorbeeld overnames of het werken met meerdere vennootschappen binnen een groep.
- Vraag tijdig juridisch advies bij twijfel over ‘opvolgend werkgeverschap’ of de toepassing van de ‘ketenregeling’.
Vragen of advies?
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben of juridisch advies willen op het gebied van arbeidsrecht? Neem dan contact op met de juristen van The Legal Company door te mailen naar info@thelegalcompany.nl of te bellen naar 020-3450152.
Bron en beeld: The Legal Company
