Gom start met een groot opgezet onderzoek naar de invloed van geur bij microvezelreiniging op de schoonmaakbeleving van gebouwgebruikers. Met de informatie uit dit onderzoek wil Gom in de toekomst beter kunnen inspelen op het steeds belangrijker wordende belevingsaspect van de schoonmaakkwaliteit.
Gom start deze maand met het testen van het door hen ontwikkelde geurconcept, waarbij enquêtes plaatsvinden onder gebruikers van de gebouwen én onder de medewerkers die met de geuren werken. Het onderzoek wordt gehouden in samenwerking met diverse opdrachtgevers met verschillende werkomgevingen, zoals zorginstellingen, kantoren in traditionele opstelling en kantoren die invulling geven aan Het Nieuwe Werken.
Microvezel
De introductie van de microvezelmethodiek is de grondlegger geweest van de start van het geuronderzoek. De microvezelmethodiek bracht naast de vele voordelen ook een nadeel met zich mee: doordat alleen met water wordt schoongemaakt, is het gebruik van reinigingsmiddelen die fris ruiken grotendeels vervallen.
Als je de schoonmaakkwaliteit “technisch” bekijkt, kun je met microvezel prima schoonmaken. Maar als mensen zich een mening vormen over of iets schoon is, gaan zij niet af op de technische meetmethoden, maar gaan zij af op hun eigen waarnemingen. De reuk is hierbij een belangrijk zintuig: helemaal nu dagschoonmaak aan terrein wint (zoals in de gezondheidszorg en bij Het Nieuwe Werken) kan geur tijdens en vlak na het schoonmaken iets toevoegen aan de schoonmaakbeleving.
Aan het onderzoek is een grondige voorbereiding vooraf gegaan waarbij Gom intern al vele testen heeft uitgevoerd. In deze praktijktest wordt nu het ontwikkelde geurconcept toegepast bij opdrachtgevers en onder meer gekeken of de toepassing van geur de schoonmaakbeleving verbetert tijdens of net na (microvezel)reiniging.
Kenniscentrum
Voorafgaand aan de praktijktest is Gom professioneel begeleid door Annindriya Scent Company, een onafhankelijk kenniscentrum naar geuren. In de eerste fase is gekeken naar de wijze van toevoegen van geur aan het schoonmaakproces (o.a. wasmiddel, spraymethode), de wijze van vrijgeven van geur (o.a. geëncapsuleerde varianten, membraanverdampers) en de geurdragers (o.a. materiaal, kleding, machines). De mogelijkheden en onmogelijkheden werden intensief onderzocht.
Vervolgens is een kleinschalige test uitgevoerd op het hoofdkantoor van Gom, om te achterhalen of traditionele middelen inderdaad tot perceptieverandering bij gebouwgebruikers leiden, en hoe de schoonmakers het gebruik ervan ervaren. De resultaten zijn als input gebruikt voor de vervolgstappen.
Bij de gehouden brede vervolgtest op het Gom hoofdkantoor is gebruikers gevraagd naar hun mening over vier geselecteerde geuren. Het ging om de geuren die gebruikt zijn in algemene ruimten, de sanitaire ruimten zijn hierbij achterwege gelaten (*). De verschillende geuren waren in enkele vergelijkbare ruimten toegepast en veel gebruikers hebben de enquête ingevuld. De best scorende geur is gekozen voor het grote onderzoek onder opdrachtgevers.
De methoden waarop de geuren gebruikt zullen worden zijn onopvallend en eenvoudig inzetbaar binnen de huidige manier van schoonmaken. Daarnaast is geen sprake van apparatuur op basis van elektriciteit of batterijen en wordt het milieu minimaal belast.
(*) De sanitaire ruimten zijn in deze test buiten beschouwing gelaten: Ervaring leert dat hier een andere verwachting geldt, en met de innovatieve Bloe-toiletsystemen speelt Gom al innovatief op de geurperceptie van deze ruimten in.
